Foto: De Tijd
Auteur: Patrick LUYSTERMAN
Het meest waarschijnlijk scenario is dat de economie in de EU aantrekt, met dank aan de forse stimuli gelanceerd vanuit Duitsland en de Europese Commissie. Dat biedt betere perspectieven voor de bouw- en de vastgoedsector, niet in het minst voor het logistiek vastgoed. Op lagere langetermijnrentevoeten moeten deze sectoren niet meteen rekenen. Niet-tarifaire belemmeringen vormen ook een grotere uitdaging dan de hogere handelstarieven. Dat stelt Koen De Leus, Chief Economist van BNP Paribas Fortis.
De bouw- en de vastgoedsector presteerden in België behoorlijk tot 2022. Sindsdien ging het alleen maar bergaf: dalende orderboeken, een record aantal faillissementen, dalende tewerkstelling, ontwikkelaars die in de problemen komen of projecten moeten uitstellen,… De discussies over de handelstarieven, de overheidstekorten en de geopolitieke spanningen zorgden er voor dat de investeringen op een laag pitje staan. Is er hoop op snel beterschap?
Koen De Leus: ‘U noemt terecht een hele reeks factoren die mee verklaren waarom het de voorbije drie jaar steeds moeilijker werd, ook voor de bouw- en vastgoedsector. Ik ben een macro-econoom en geen specialist in commercieel vastgoed. Toch durf ik zeggen dat er positieve signalen zijn die echt kunnen bijdragen tot het aantrekken van deze sectoren. We gaan er van uit dat de economische groei overeind zal blijven, en mogelijk in 2026 zelfs zal versnellen. Er is ook iets minder onzekerheid nu is afgesproken met de VS dat de handelstarieven met de EU op 15 procent komen. Met de zekerheid over de tarieven – al weet je met Trump vooral dat niets nog 100% zeker is – gaan we er van uit dat die tarieven de groei van de economie tot eind 2026 met 0,6% zullen drukken. Dat is niet niets, maar in de periode van de grote onzekerheid die er aan voorafging, werd rekening gehouden met een impact die dubbel zo groot zou zijn’.
U koppelt een heropleving in België op wat in Duitsland gebeurt?
Koen De Leus: ‘Sinds 2005 maakte Duitsland in Europa economisch het mooie weer in de EU. Maar de voorbije vier jaar trappelde de Duitse economie ter plaatse. De mooie zwaan werd een lelijke eend. Met zijn nulgroei scoorde Duitsland slechter dan het gemiddelde van de EU. Er kwamen steeds meer structurele problemen aan het licht in de belangrijkste economie van Europa. Die zullen jammer genoeg niet allemaal plots opgelost worden. Bijzonder belangrijk en goed nieuws voor de Belgische economie zijn wel de stimuli die de Duitse regering in de markt zet. Duitsland heeft daarvoor, in tegenstelling tot België en veel andere landen, nog de budgettaire ruimte. Er wordt de komende tien jaar 500 miljard euro geïnvesteerd in infrastructuur en minstens 500 miljard euro in Defensie. Duitsland is de belangrijkste handelspartner van België. En ook de Europese Commissie lanceert stimuli. Het zou vreemd zijn indien dat nooit geziene investeringspakket direct of indirect geen impact zou hebben op de Belgische bedrijven, ook in de bouw- en de vastgoedsector’.
Is dat voldoende om de economische motor op volle kracht te laten draaien?
Koen De Leus: ‘Er zijn mooie rapporten, zoals dat van Mario Draghi, die de weg wijzen. Veel rapporten gingen er aan vooraf, maar brachten geen soelaas. Stimuli alleen zijn ook niet voldoende. Slagen we in Europa om werk te maken van meer integratie? Van een Saving & Investment Union, van meer innovatie-investeringen, grensoverschrijdende in elektrische netwerken, … We zijn ’blij’ met handelstarieven die ‘maar’ 15% bedragen, maar de niet-tarifaire handelsbarrières voor goederen bedragen volgens het IMF in de EU gemiddeld 43% voor goederen en 110% voor diensten. Waarom moeten we op kaas nog gaan labellen uit welk land van de EU de melk komt? Zo’n niet-tarifaire barrière zorgt er voor dat weinig kaas en melk hun weg van België naar Frankrijk vinden. Dat is niet in het belang van de EU-consument. Het gaat om een halsstarrig nationaal protectionisme. Ook bouw- en vastgoedbedrijven die een voet aan de grond willen krijgen in het buitenland worden geconfronteerd met lokale spelregels die het hen niet gemakkelijk maken’.
Zullen de bedrijven de komende jaren vooral prioritair investeren in de VS? Dat is niet bepaald goed nieuws voor bouw en vastgoed in eigen land …
Koen De Leus: ‘Dat moet toch wat worden gerelativeerd. Minder onzekerheid moet de investeringen in het algemeen aanwakkeren. Er is natuurlijk een deuk in de globalisatie. Bedrijven die exporteren zullen minder omzet draaien in de VS en/of hun marge moeten verlagen. De vraag is of ze ook zo massaal zullen investeren in de VS als Trump hoopt. Dat land heeft niet meteen de beste reputatie als productieland. Twee op de drie bedrijven die willen investeren in de VS zien problemen om de juiste mensen te vinden. De bouw en de vastgoedsector zijn ook niet de meest kwetsbare sectoren voor Trump’s ‘Make America Great Again’. Er zullen in België nog altijd woningen moeten worden gebouwd, net als wegen, woonzorgcentra, winkels en kantoren’.
Nu de onzekerheid over de tarieven aan het wegebben is, komt de rente opnieuw meer onder de aandacht. Wat zijn de vooruitzichten?
Koen De Leus: ‘Over de kortetermijnrente zou ik me voor Europa niet meteen veel zorgen maken. Met een kortetermijnrente van 2,0% zitten we in de eurozone waarschijnlijk op de bodem. We zien die matig stijgen begin volgend jaar tot 2,25%, eind 2026 zal die rente nog steeds in de buurt van dat niveau zitten. Dat is wel op basis van de inschattingen van vandaag. De VS is op dit ogenblik meer dan ooit de motor van de wereldeconomie. Er is een vrij grote consensus dat er twee à drie renteverlagingen komen van de Fed, in september en december. De daling van 4,5% naar 3,75% zien we volgend jaar doorgetrokken worden naar 3,25%. Dat is wel allemaal in de hypothese dat een Amerikaanse recessie kan worden vermeden. Helemaal ondenkbaar is dat scenario vandaag niet. China heeft het moeilijk, Europa toont een voorzichtig herstel en in de VS vertraagt de economie’.
De inflatie kende de voorbije jaren een ongewoon sterke opstoot, maar is het voorbije jaar afgezwakt. Zullen de hogere handelstarieven opnieuw tot een hogere inflatie bijdragen.
Koen De Leus: ‘Zeker in de VS zien we de inflatie, vooral als gevolg van die hogere handelstarieven, stijgen van 2,9% vandaag naar 3,5% eind dit jaar. Midden 2026 zou die aanschuren tegen de 4%. De vraag is vooral wat er dan gaat gebeuren. Indien de inflatieopstoot er als tijdelijk wordt aangezien, kan de Federal Reserve gemakkelijker ingrijpen als de economie vertraagt en de werkloosheid stijgt. Indien een meerderheid van de bestuurders van de Fed evenwel vreest dat de inflatieopstoot niet tijdelijk is, wordt het moeilijker. Vandaag hebben de markten alvast al drie rentedalingen ingeprijsd. De markten gaan er dus van uit dat het bij een tijdelijke opstoot blijft.
In de eurozone komt de inflatie in de buurt van de doelstelling van 2%. Twee factoren zullen er toe bijdragen dat de inflatie in de buurt van de doelstelling blijft. Enerzijds is er de deflatie uit China. De binnenlandse markt heeft het daar moeilijk en exporteren naar de VS wordt minder evident. Meer exporteren tegen lagere prijzen naar Azië en de EU zal de komende jaren belangrijk zijn voor China. Anderzijds zorgt een sterke euro dat de invoer van producten uitgedrukt in dollar zoals olie, relatief goedkoper worden’.
Bouw en vastgoed zijn twee sectoren waar financiering zeer belangrijk is. Een lage rente en een lage inflatie moet dan toch als zeer positief worden ervaren in de bouw- en vastgoedsector?
Koen De Leus: ‘Dit moeten we toch nuanceren. Voor hen is vooral de langetermijnfinanciering belangrijk. En als er één zekerheid is, is dat zowel inflatie als de langetermijnrente hoger zullen zijn dan in de afgelopen vijftiental jaar tot covid.
De nominale rente is de som van de reële rente en de inflatieverwachting. We gaan nu uit van een inflatie op langere termijn van 2 à 4 % in plaats van 0 à 2%. Ze zal hoger liggen om verschillende redenen. Zo is er bijvoorbeeld de impact van de vergrijzing. Omdat er minder mensen zijn om te produceren, drijft dat de prijzen op. Nog belangrijker is de energietransitie. Die gaat gigantisch veel geld kosten. Het gaat niet alleen gepaard gaan met grote schokken: hitte, bosbranden, overstromingen,… De grondstoffen die cruciaal zijn voor de energietransitie zullen, zeker op langere termijn, fors in prijs stijgen. We stellen vast dat ze in de geopolitieke context steeds meer als wapen worden gebruikt. Ook de deglobalisering werkt inflatoir. De muurtjes die overal worden gebouwd, garanderen alles behalve een optimale concurrentie die tot de laagste prijzen leidt. Het enige echte antwoord is het realiseren van productiviteitsstijgingen. De voorbije jaren ging dat moeilijk, zeker in Europa. AI kan daar zeker verandering in brengen. Maar een massale impact van AI vraagt wel wat tijd. De Fed en de ECB hebben heel wat instrumenten om de inflatie te bestrijden. Maar zij worden geconfronteerd met een wereld dat op het hoogste schuldenniveau zit sinds WO II. Wat inflatie toelaten, is ook een manier om die schulden in controle te houden’.
Wat mogen we verwachten van de reële rente?
Koen De Leus: ‘De reële rente wordt enerzijds bepaald door het rentepad die de monetaire beleidsverantwoordelijken uittekenen voor het verschillende looptijden. De rente op 10 jaar is een verdiscontering van de kortetermijnrente op 3 maand, de driemaandsrente over 6 maanden, 9 maanden, enzovoort tot 10 jaar. Daar bovenop moet een risicopremie wordt betaald als vergoeding om je geld vast te zetten voor zo’n lange periode. In tien jaar kan er immers veel veranderen en is er ook al veel veranderd de voorbije jaren. De risicopremie is van +3 % in het begin van de jaren tachtig zeer langzaam gedaald naar -1 % in 2020. Met dank aan een meer stabiele inflatie en economische omgeving, maar ook aan allerlei ingrepen van de monetaire overheden. Sindsdien is de risicopremie snel gestegen naar +1,5 %. We zien die geleidelijk verder stijgen naar het langetermijngemiddelde van 2 à 3 %. Kijk alleen al naar de impact van de toegenomen geopolitieke spanningen. Zullen er bijvoorbeeld nog voldoende investeerders zijn om te beleggen in Amerikaanse Schatkistcertificaten? De Chinezen zijn het al aan het afbouwen. Rusland en Iran doen het niet meer. Als er door de handelstarieven minder handel is, is er ook minder nood aan investeringen van die dollarinkomsten door centrale bankiers.
Dat is niet meteen een positieve boodschap voor de bouw- en vastgoedsector?
Koen De Leus: ‘Dat is inderdaad niet wat wie moet lenen op langere termijn graag hoort. De combinatie van de verwachte inflatie van 2 à 4% (in plaats van 0 à 2%) op lange termijn en een hogere reële rente, zullen de rentevoeten hoger duwen dan het gemiddelde over de periode 2000-2020. Begin 2022 kon je nog lenen voor een woning in de buurt van de 1%. Dat komt niet terug. Dat verklaart ook de forse correcties op de waarderingen van bedrijfsvastgoed en het feit dat veel vastgoedaandelen met een korting op hun intrinsieke waarde noteren. Voor 2022 noteerden ze vaak met een premie. De hogere langetermijnrente verklaart ook waarom de bedrijfsinvesteringen op een laag pitje staan’.
Wat kan de markt van de bouw en het vastgoed dan nog aanzwengelen?
Koen De Leus: ‘De potentiële vraag blijft groot. Er moet de komende jaren heel wat worden geïnvesteerd in infrastructuur en er worden enorme budgetten voor uitgetrokken, zeker in Duitsland. De komende jaren zijn er als gevolg van de gezinsverdunning en vergrijzing nog honderdduizenden extra woningen, scholen, woonzorgcentra, …. Nodig. Betaalbaarheid van huisvesting blijft wel een uitdaging. Duurzame kantoren zijn in Brussel nauwelijks te vinden. Door de deglobalisering en de multiglobalisering is er ook nood aan de versterking van de logistieke keten, een segment dat vandaag nog steeds goed in de markt ligt. In het kader van de energietransitie moeten ook de renovatie-investeringen fors worden opgetrokken. De regionale en federale regeringen kunnen misschien niet veel doen aan de rente, de inflatie,… maar kunnen wel iets doen aan niet-tarifaire belemmeringen zoals de veel te lange vergunningstrajecten voor zowel kleine als grote projecten, de BTW-discrepantie tussen nieuwbouw (21%) en renovatie (6%),…’.
Koen De Leus, chief economist van BNP Paribas Fortis, zal op LIB 2025 als macro-econoom het panelgesprek ‘DE TOEKOMST VAN COMMERCIEEL VASTGOED IN DE NIEUWE ECONOMISCHE EN POLITIEKE CONTEXT’ inleiden. Nemen deel aan het panel: Thomas De Vogelaere, CEO Willy Naessens Industriebouw; Kim Verdonck, Executive director en head of Research bij CBRE en Caroline Franz, head of Development bij Montea; Moderator: Patrick Luysterman, vastgoedjournalist.
Debat: dinsdag 14 oktober 2025, 13u30 – 14u40, Antwerp Expo
